P I E T R A S A N T A
voorjaar 2013
Voorbij La Spezia rijd ik richting Carrara. Links zie ik de Alpe Alpuane liggen. Het lijkt of er sneeuw op hun flanken is achtergebleven, maar dan weet ik, nee, het is geen sneeuw, het is het beroemde witte marmer van Carrara.
Al eeuwenlang trekken beeldhouwers voor dit mooie gesteente naar deze streek toe. De handel in marmer begint rondom 177 voor Christus als de Romeinen hier hun eerste kolonie vestigen: Luni.
Michelangelo
De handel barst pas echt los in de 14e eeuw als er enkele belangrijke kerken in deze streek worden gebouwd, zoals de Dom in Pietrasanta. Steeds meer kunstenaars willen met het witte marmer werken en komen deze kant op.
Eén van de eerste kunstenaars die hier voor het marmer komt wonen, is Michelangelo. Hij werkt voor de familie Di Medici. Zelf ontdekt hij een nieuwe marmer-ader van het puurste wit waaruit hij zijn materiaal laat hakken.
Kunstacademie
Al gauw is er vanuit de hele wereld vraag naar het marmer van Carrara en daarmee ook naar artiesten die het kunnen bewerken. In 1842 sticht Vincenzo Santini in pietrasanta een kunstacademie met een opleiding voor beeldhouwers.
Daarmee wordt Pietrasanta het artistieke centrum in deze streek. Critici en kunstenaars ontmoeten elkaar hier. Hier moet je exposeren en beoordeeld zijn, wil je erbij horen.
Beeldhouwers met het marmergruis nog in hun wenkbrauwen tref je tegenwoordig niet meer zoveel aan op de piazza van Pietrasanta. Daarvoor is een wuft publiek van kunstminnenden in de plaats gekomen. De rijken die de exposities en galerieën hier afstruinen.
De kunstenaars zelf houden zich op in hun ateliers. Als ik door de achterstraatjes van Pietrasanta loop, zie ik overal werkplaatsen. Vaak met een stuk tuin eraan vast dat vol staat met halfafgemaakte beelden. Ook Nederlandse beeldhouwers als Jan Pater en Margot Homan werken hier enkele maanden per jaar.
Fernando Botero
De gemeente maakt volop ruimte voor de nieuwe generaties. Op het plein voor het gemeentehuis troont ‘Il Guerriero’ van Fernando Botero. Verderop staan de koeien van Pietro Cascella, de boxer van Francesco Messina, de ‘Centauro’ van Igor Mitoraj, ‘Myomu’ van Kan Yasuda.
Ik loop het Museo dei Bozzetti binnen. Het is een rommelig museum dat ook de gemeentelijke bibliotheek herbergt.
Overal staan beelden en niet van de minsten. Het betekent wat als je als beeldhouwer hier mag exposeren.
Lardo di Colonnata
Het marmer heeft zelfs tot een culinaire specialiteit geleid: het lardo di Colonnata. Lardo is spek dat in het plaatsje Colonnata, boven Carrara bij de marmergroeven, volgens een speciaal procedé wordt behandeld.
In mijn oude schicht kruip ik zaterdagmorgen vroeg de berg op, op weg naar Colonnata. Het witte gesteente komt steeds dichterbij. Ik zie een soort tractoren door de groeve rijden. Langs de weg staan blokken marmer, ze worden machinaal uit de rotsformatie gezaagd.
Veel inwoners hebben vaders en opa’s die nog met de hand het marmer los moesten hakken. Om nieuwe energie op te doen, aten ze spek, dat tussen twee stenen boven een vuurtje werd geroosterd. Het rudimentaire recept van de lardo di Colonnata.
Recept
Tegenwoordig wordt het spek tussen de zes en vijftien maanden tussen twee platen marmer geperst. Mevrouw Erina Di Ravenna laat me de grote marmeren bakken zien waarin het lardo ligt te rijpen.
Eenmaal gerijpt is het heerlijk op een sneetje geroosterd brood, al of niet met tomaat. Ze geeft me ook nog een pasta-recept met lardo: het spek in kleine stukjes snijden, ui, pepertjes en tomaat toevoegen en mixen met de pasta.
Wat Parmezaanse kaas erover en smullen maar…
Pietrasanta