G E N U A
Voorjaar 2014
Genua is een prachtige en op sommige plaatsen ook een gruwelijk lelijke stad. Als je de stad, zoals ik, in de trein binnen komt denderen, val je van de ene verbijstering in de andere. Uit het raam kijkend zie ik op allerlei niveau’s bebouwing: flats, kerken, industrie, wegen op hoge pilaren, geen leuke Ligurische huisjes in pasteltinten, hier is niks schilderachtigs aan.
Ik kom aan op Genova Principe, het ondergrondse hoofdstation van de stad. Pal voor het station loop ik al meteen tegen Genua’s beroemdste inwoner aan: Christoffel Columbus. Op de Piazza Santa Brigida staat zijn beeld hoog op een sokkel. Ik kijk om me heen en zie links en rechts bebouwing tegen de heuvels oprijzen.
Genua ligt in een ronde kom, die van boven naar beneden helemaal is volgebouwd en die aan de onderkant grenst aan de haven. Voor mij ligt de Via Balbi die schuin naar beneden loopt richting het oude stadshart. Ik moet zeggen dat de stad er hier al een stuk beter uitziet.
Ik loop een bar binnen en word meteen opgenomen in het nationale ochtendritueel: mensen, op weg naar hun werk, staan aan de bar, met een espresso voor hun neus en een cornetto in de hand. De sfeer is geanimeerd, over en weer wordt gekletst en een ieder schiet na vijf minuten weer haastig naar buiten.
Middeleeuws labyrinth
Even later kom ik op een plein met een indrukwekkende kerk, het is de Santa Annunziata del Vastato. Hier begint het historische centrum van Genua. Ik duik het eerste de beste straat in en kom in een labyrint van nauwe, middeleeuwse steegjes terecht met de typisch zuidelijke drukte. Later lees ik dat Genua het grootste middeleeuwse stadscentrum van Europa heeft.
De wijk is levendig en druk. Er zijn veel kleine winkeltjes, van gewone groentewinkels tot kleine boetiekjes die dingen als tassen en sjaals verkopen. De hoeken van de straten zijn vaak opgesierd met Mariakapelletjes waarin kaarsen staan te flikkeren. Ik kom ogen tekort.
Het oude stadshart komt nog volledig authentiek over. Het is een mengeling van glorie en verval, van oud en nieuw. Vicoli die zo smal zijn dat je er amper doorheen kunt lopen en schitterende oude palazzi van soms wel 6 verdiepingen hoog. Er zijn ook grote weidse pleinen met brede winkelstraten.
La Superba
Genova: 'La Superba', (‘de Trotse’). Deze bijnaam dankt de stad aan de vele marmeren paleizen die nog herinneren aan haar rijke handelsverleden. Van de 11e tot de 16e eeuw was ze samen met Venetië de belangrijkste maritieme grootmacht in het Middellandse-Zeegebied. Er werd vooral veel geld verdiend met de handel naar het Oosten en het verschepen van de kruisvaarders naar het heilige land.
De rijke, machtige familie Doria investeerde veel geld in kunst en cultuur. Genua bezat het monopolie op de kleurstof blu di genova, die eeuwen later door Levi gebruikt zou worden voor zijn eerste werkmansbroeken. De naam verbasterde tot blue jeans.
Via Garibaldi
De mooiste oude palazzi staan aan de Via Garibaldi. De meeste zijn alleen aan de buitenkant te bewonderen. Het Palazzo Bianco en het Palazzo Rosso (ook echt rood) zijn toegankelijk als museum en hebben beide interessante schilderijenverzamelingen. Ook het grootste, Palazzo Doria Tursi, is toegankelijk: het stadhuis is er gevestigd.
Achter deze imponerende gebouwen liggen prachtige tuinen verscholen. De Via Garibaldi is een trendy wijk geworden. Het zit vol leuke barretjes, internetcafé’s en moderne eetgelegenheden. Het is duidelijk te zien dat de buurt nog niet zo lang geleden ingrijpend onder handen is genomen.
Kathedraal
Op de Piazza Matteotti ga ik op het terras zitten. Het plein wordt gedomineerd door het indrukwekkende Palazzo Ducale. Om de hoek is de San Lorenzo, de kathedraal van Genua. Het is een imposant gebouw met zowel Romaanse als Gotische invloeden waar honderden jaren aan is gebouwd. Al in 1118 werd de kerk gewijd aan San Lorenzo maar toen was zelfs de façade nog niet klaar. De linker klokkentoren is nooit afgekomen.
Trattoria
Op de Piazza Matteotti raak ik in gesprek met twee Genuese huisvrouwen. Ik wil van hen een adresje van een goede trattoria. Ze sturen me het middeleeuwse labyrinth weer in en raden me aan een trattoria in de Via San Bernardo te kiezen. Even later loop ik door een smalle grauwe steeg. Het ziet er hier allemaal even vervallen uit. Dan op een hoekje twee grote ramen die me inkijk geven in een klein eethuisje.
Een grote matrone zit met een schort voor groente schoon te maken. Een driftig mannetje beweegt zich druk gesticulerend om de vrouw heen, maar die blijft onbewogen doorsnijden. Het hele tafereel ademt een sfeer uit die me bevalt. Ik stap naar binnen.
Er staan maar een paar tafeltjes met geblokte kleedjes eroverheen. Voordat ik kan gaan zitten, wil de matrone van alles van me weten. Waar ik vandaan kom, of ik familie heb, waarom ik alleen ben, hoe we in Nederland met onze ouden van dagen omgaan.
Ze vertelt dat ze ergens op het Nederlandse platteland was geweest en dat haar was opgevallen dat daar vooral oude mensen wonen. Ik zeg dat veel jongeren naar de steden trekken. “Maar wie zorgt er dan voor de ouderen?” vraagt ze zich bezorgd af.
Pesto alla Genovese
De pesto alla Genovese is onovertroffen, die smaakt echt nergens zo heerlijk als hier aan de Ligurische kust, en het is toch zo eenvoudig te maken! Het moet aan de basilicum liggen die hier groeit, en die hier blijkbaar beter gedijt dan die bij ons.
Na een hartelijk afscheid loop ik even later weer door de nu stille straatjes, want iedereen zit aan het pranzo. Voor de middag heb ik mezelf een ritje met de ‘Bigo’ beloofd. De Bigo is wel één van de leukste attracties van Genua.
Tochtje met de Bigo
Je vindt hem in de oude haven. Het is een grote spinachtige contructie die architect Renzo Piano in 1992 heeft ontworpen. Het ontwerp is geinspireerd op de grote hijskranen die ook nu nog goederen in- en uitladen in een haven die nog steeds de grootste van Italie is.
Je kunt een tochtje maken in een liftcabine die aan één van de armen van de constructie is bevestigd en die langzaam ronddraait en je naar een hoogte van 40 meter brengt. Het is een bijzondere ervaring, waar zelfs ik met al mijn angsten enorm van geniet. Het uitzicht over de baai en over de stad is werkelijk adembenemend!
Zee-aquarium
Tenslotte wandel ik een beetje misselijk naar het grote zee-aquarium, ook één van Genua’s top-attracties. Vlak voor de ingang besluit ik dat voor een volgende keer te
bewaren. Voorlopig is de enige vis die ik wil zien, die op m’n bord, ik wil nu Genua ondergaan.
Ik zoek een lekker terras in de oude haven en installeer me daar. Ik zie boten, ik zie bedrijvigheid, hier is het hart van Genua, de stad van Christoffel Colombus. Ik zal hier zeker terugkomen, al is het alleen al om zijn huisje te zien!
Genua