Naar Italië.
Kun je je iets heerlijkers voorstellen? Nee, natuurlijk. Maar waarom gaan zoveel mensen altijd naar dezelfde plaatsen? Natuurlijk is Toscane prachtig en is Rome adembenemend. Maar Italië heeft nog zoveel meer te bieden. Daar wil ik u, met deze website, graag op wijzen. Op de minder bekende plekken in Italië, waar je als Italië-liefhebber beslist geweest moet zijn. En wie ben ik?
Ik ben Ineke Spoorenberg, afgestudeerd in Italiaans en jarenlang redacteur bij het NOS-journaal (specialisatie Italië).
Ik toer mijn hele leven al in een oud autootje rond in Italië en heb op mijn reizen veel van het land gezien. Een paar jaar geleden heb ik de afstand Bussum-Rome zelfs te voet afgelegd. Dan krijg je Italië weer van een heel andere kant te zien. Ik zou zeggen: houd deze website in de gaten, raadpleeg hem als u binnenkort naar het zuiden afzakt. MISSCHIEN BRENG IK U OP EEN IDEE.
Iedere maandag een nieuw verhaal!



C I V I D A L E  D E L  F R I U L I
najaar 2014
Op een zondag rijd ik naar Cividale del Friuli, een stadje vlakbij de Sloveense grens. Het landschap is heuvelachtig, wijngaarden strekken zich uit onder een blauwe hemel. Hier komen de heerlijke DOC-wijnen van Friuli vandaan.
De ligging is meteen al spectaculair. Aan een ravijn die het stadje in tweeën deelt. Kolkend stroomt de rivier de Natisone door de kloof. De 15e eeuwse Ponte del Diavolo met zijn twee bogen verbindt de stadsdelen.

Julius Ceasar
Cividale del Friuli, ten oosten van Udine, is, het zal je niet verrassen, van Romeinse oorsprong. De stad werd gesticht door niemand minder dan Julius Ceasar, die haar naar zichzelf noemde: Forum Julii. De streek werd bewoond door Kelten en Paleoveneten, vroege bewoners van de streek.
Na de Romeinen speelden de Longobarden er een belangrijke historische rol. Ze bezetten de stad in de 6e eeuw na Christus. Niet lang daarna riepen ze Forum Julii uit tot hoofdstad van hun nieuwe rijk.

Karel de Grote
Karel de Grote was de volgende die zich meester maakte van de stad. Twee eeuwen nadat de Longobarden zich er gevestigd hadden, joegen de Karolingische legers de Longobarden weg en gaven de stad haar huidige naam Civitas Austriae, oftewel ‘Stad van het Oosten’.

Tempietto Longobardo
Als je het over Cividale hebt, begint iedereen meteen over de Tempietto Longobardo, dè bezienswaardigheid van de stad. De 8e eeuwse Longobardische tempel bevindt zich in het klooster Santa Maria in Valle dat pal aan de Natisone ligt. De Natisone stroomt onder de kloostertuin langs en vormt op deze hoogte brede watervallen.
Men vermoedt dat op deze plek ooit het hof van de Longobardische hertogen gevestigd was. De tempel zou daar een overblijfsel van zijn. Het klooster dat hier in de middeleeuwen werd gebouwd, nam de tempel binnen haar muren op.

Trouwlokatie
Als ik het klooster binnenwandel, kom ik eerst in het kloosterhof. Dat wordt aan drie kanten omsloten door kloostergangen met bogen en oude gewelven. Verrast neem ik het allemaal in me op. Midden in de hof staat een bruidspaar met een heel gezelschap eromheen. Het klooster is blijkbaar ook een trouwlokatie.
Een man met een sjerp om, met de nationale driekleur, heeft het huwelijk blijkbaar net voltrokken, want iedereen staat met een glas prosecco in de hand. Dan hoor ik vanuit één van de kloostergangen zachte vioolmuziek nabij komen. Een violist dompelt, al spelend, de hof onder in een weemoedige melodie.

Stucchi
Via een binnenplaats loop ik door de tuin naar de tempietto longobardo toe. Toeristen staan te fotograferen want vanaf hier heb je een schitterend uitzicht over het ravijn met de rivier en de watervallen. Dan ga ik een klein deurtje door en sta ik opeens in een heiligdom van meer dan dertien eeuwen oud. De tempel is één van de best bewaarde overblijfselen van de Longobardische cultuur in Italië.
Vooral het beeldhouwwerk valt meteen op. Ik zie wanden met daarin een bas-reliëf van druivenranken en duiventrossen. Maar het mooiste zijn toch de stucchi: de mysterieuze beelden van zes heiligen, gemaakt van pleisterwerk en ongelooflijk goed bewaard gebleven. Ongenaakbaar, trots staan ze daar, gekleed in Byzantijnse gewaden, naar de zich verdringende toeristen te kijken. De beelden kunnen zich, volgens kunsthistorici, meten met de kunstwerken uit de klassieke oudheid.

Archeologisch museum

Als ik het museum uitkom, zie ik het bruidspaar van daarnet, onder luid gejuich van familie en vrienden, op een motor wegscheuren.
Ik sta nu op een pleintje en mijn aandacht wordt getrokken door een kerkje dat helemaal overdekt is met fresco’s. Het blijkt La Chiesa dei Santi Pietro e Biagio te zijn. Ik loop naar binnen en ook hier vind ik twee nissen die met de prachtigste fresco’s beschilderd zijn. Deze fresco’s zijn ouder, uit de middeleeuwen. Terwijl ik de zachte kleuren en sierlijke vormen van de onbekende schilder bewonder, houdt een astmatische koster een oogje in het zeil.
Weer buiten loop ik terug in de richting van het centrum en passeer het oudste gedeelte van Cividale. Het is een kruipdoor en sluipdoor van stegen en pleintjes. Mooi opgeknapt en verfraaid met grote bakken vol Susanne met de mooie Ogen, voor de natuurbarbaren: dit is een oranje klimplant.

Il Monastero
Het is één uur en dus etenstijd. Als ik bij de autochtonen naar een goed restaurant informeer, noemen ze allemaal: Il Monastero . Het ligt een beetje verstopt in het oude centrum. De ruime zaak heeft een binnentuin waar ik een tafeltje krijg toegewezen. Ik geniet van het eten en vermaak ik me met het observeren van de Italiaanse families aan de zondagse lunch. Kleine kinderen die onder controle gehouden moeten worden, oudere kinderen die, net als bij ons, voortdurend met hun telefoontje in de weer zijn en volwassenen die een gesprek proberen te voeren.
Na het eten ga ik op een naburig terras een digestivo drinken en luister een gesprek af van twee luidkeels kakelende Nederlandse dames aan het tafeltje naast mij. Het komt geen moment bij hen op dat iemand hen zou kunnen verstaan. “En dan komt ie binnen en dan loopt ie zo…” één van de vrouwen is opgestaan en doet een soort loopje van een dronken kip na. Zou ze het over haar man hebben? De andere vrouw ligt proestend in haar stoel.

Longobardische kunstschatten
Hoog tijd om naar de Dom te gaan. Hoewel die ook enkele interessante bezienswaardigheden heeft, is mijn doel het Museo Cristiano e Tesoro del Duomo dat naast de Dom staat. Het herbergt enkele belangrijke Longobardische schatten en daarom ga ik er naar binnen. Topstukken zijn het Battistero di Callisto, een achthoekig rijk bewerkt marmeren doopvont uit de 8e eeuw en de Ara di Ratchis, een altaar van gesteente uit het Karstgebergte, dat ook weer rijkelijk is voorzien van bas-reliëf.
Ik besluit de middag met een bezoek aan het Archeologisch Museum. Het zit in een mooi wit Renaissancegebouw, ontworpen door Andrea Palladio.
Binnen is, naast de vaste collectie, een tentoonstelling van uit hout vervaardigde kruizen, van zeer primitief tot in detail uitgewerkt. Vaak ook beschilderd, heel mooi. Ik ben blij dat ik het gezien heb.
Als ik mijn auto op de Piazza San Francisco ga ophalen, moet ik sterk de neiging onderdrukken om niet door te rijden naar Slovenië. Dat ligt hier maar 18 km. vandaan, maar ik doe het niet. Ik zou dan toch door willen rijden naar de hoofdstad en daarvoor is het al te laat. Dus terug naar Casa Orter waar het op deze zondagse namiddag een verlaten boeltje is.

Pizzeria
Vanavond kookt eigenares Annalisa niet, laat ze me weten. Maar er zijn een trattoria en een pizzeria in de buurt. Ik besluit voor de laatste te kiezen en rijd er om een uur of half acht naartoe. Ik kom in een immense zaal vol familie met kinderen. Het is zondagavond, vaders, moeders met opa’s en oma’s komen binnen. De zondagslunch is in Italië altijd heel uitgebreid, ik vermoed dat veel moeders geen zin hebben om nog een keer te koken, en dus biedt de pizzeria soelaas. Bovendien is er alle ruimte voor de kleintjes om rond te rennen.
Midden in de zaak brand een houtvuur waarop de pizza’s worden gebakken. De bediening is vriendelijk. Eén ober komt telkens even bij m’n tafeltje om te kletsen. Ik krijg een heerlijk pizza en eet die op m’n gemak op terwijl ik geniet van het gedruis en het leven om me heen.
Ik bestel een koffie, ik hoef er verder niets bij. Maar even later komt de ober terug met een schaal vol koekjes. Hij knikt naar een man die blijkbaar de baas van de zaak is en zegt: “De baas stond erop dat we u deze schaal vol koekjes zouden brengen.” Ik knik hem vriendelijk toe en ga even later met een tevreden gevoel terug naar m’n hotel.


Image 1Cividale




Slideshow In HTML Code by WOWSlider.com v2.0












Copyright © 2013 Met Ineke in Italie | Reisverhalen |