M I L A A N 3
Winter 2013
Ik kan me weinig voorstellen bij een Milaan zonder Dom. Toch werd de eerste steen voor dit gigantische bouwwerk pas in 1386 gelegd. Voor die tijd zag de Piazza Duomo er heel anders uit: er stonden twee kerken, met ieder een eigen doopkapel, en er was een begraafplaats.
Vandaag ga ik de Dom bekijken. Ik heb me voorgenomen om niet alleen de bovenkerk, maar ook de ruimte ònder de Dom te gaan zien. In de jaren zestig van de vorige eeuw is Milaan begonnen met het opgraven van dit verleden en nu kun je daar, vier meter onder het Domplein, naar afdalen.
Voordat ik naar binnenga, wandel ik nog wat op het plein rond. Toeristen maken foto’s, verkopers proberen hen van alles aan te smeren. Duiven landen tussen de mensen en vliegen weer op. Het is een vrolijk gewoel.
Visconti
Eeuwen is er aan de Dom gebouwd. Waarschijnlijk was het Gian Galeazzo Visconti die zich sterk heeft gemaakt voor de realisatie van dit mega-project. Milaan was in die tijd een stadstaat waar de Visconti’s heersten. De Visconti-telg wilde in zijn staat een gebouw wat zijn familie eeuwige roem zou brengen.
Daarom werd het ook een bouwwerk van gigantische afmetingen, in laat-Gotische stijl, zoals andere grote kathedralen in Europa, en gemaakt van het allerduurste marmer. Twee jaar na de eerste steenlegging, in 1388, werd begonnen met de muren die de omtrek van de kerk zouden aangeven.
Gewelf
Binnen in de kerk zie ik een grote gele hijskraan staan. Het lijkt wel een speelgoedautootje. Voor in de kerk kan ik met een trap naar beneden. Ik kom in een diep onderaards gewelf terecht, waarin een met paaltjes afgezet pad is aangebracht. Ik probeer me voor te stellen dat dit dus ooit in de open lucht lag en de mensen hier gewoon rondliepen.
Meteen aan het begin van het traject ligt de doopkapel San Giovanni alle Fonti. De kapel werd in de 4e eeuw na Christus gebouwd. Het is een achthoekige kapel, ooit prachtig betegeld, een deel van de tegels is nog te zien.
Santa Tecla
Ik loop het pad af tussen de afgravingen door en ik kom bij de resten van de Santa Tecla. De basiliek lag op de plaats waar nu het Domplein is. Het was een voor die tijd grote kerk met een prachtige zuilengalerij. Een aantal van die zuilen staan er nog. De kerk ging in 1461 tegen de vlakte.
Achter de Santa Tecla, op de plek waar nu de Dom ligt, lag de Santa Maria Maggiore. Deze kerk was kleiner dan de Santa Tecla en werd wel de ‘winterkerk’ genoemd. Circa duizend jaar vonden de liturgische vieringen beurtelings in de Santa Tecla en de Santa Maria Maggiore plaats.
Ik loop nu opeens over een begraafplaats. Om mij heen overal graftombes. Dat blijkt te kloppen, deze begraafplaats lag naast de Santa Tecla en hier werden alleen belangrijke geestelijken en hun familie begraven.
Aan het begin van de route tussen de ruïnes door zit een zeer serieus kijkende jongeman achter een tafeltje. Hij legt me uit waar ik nu precies naar kijk. Op een stuk papier tekent hij me voor hoe dit deel van Milaan er bijna 2000 jaar geleden uitzag. En hij vertelt me ook iets over het christelijk geloof dat toen in opmars was.
Christendom
Het was zo dat de aanhangers van het nieuwe geloof, de christenen, nog tot 313 na Christus hevig werden vervolgd. Op de vele vroegchristelijke begraafplaatsen lag het vol christenen, die gekruisigd dan wel onthoofd waren. Enkele van hen zijn opgegraven en later heilig verklaard.
Diverse kerken in Milaan, bv. de Sant’Ambrogio en de Sant’Eustorgio, zijn op de plekken van deze begraafplaatsen gebouwd, daarover in volgende afleveringen over Milaan meer.
Het was in Milaan waar in het jaar 313 de Romeinse keizers Constantijn (van het Westromeinse rijk) en Licinio (van het Oostromeinse rijk) het Edict van Tolerantie tekenden. Dat maakte definitief een einde aan de christen-vervolgingen.
Borromeo
Ondertussen ben ik weer naar boven geklommen en loop ik naar de grafkelders, achterin de Dom. In één van deze kelders ligt bisschop Carlo Borromeo in een glazen kist.
Borromeo maakte zich zeer geliefd onder de Milanezen omdat hij zich tijdens de pestepidemie van 1576 enorm voor de bevolking inzette. Vandaar dit eerbetoon.
Ik heb er genoeg van om steeds maar ondergronds te zijn en ga weer naar boven. De kerk maakt een sombere indruk. Ik zou hem graag in volle luister zien, verlicht tijdens een mis. Maar zonder dat wil ik gauw naar buiten.
Beelden
Ik loop nog geruime tijd voor de facade van de Dom om de prachtige sculpturen in het marmer te bekijken. Naast deze sculpturen, staan er op de kerk ook nog 3159 standbeelden. Meer dan op welk ander gebouw ter wereld.
Ook de vijf bronzen deuren zijn het bekijken waard. Ze waren het allerlaatste klaar, officieel was de Dom in 1813 pas af. De panelen op de deuren staan vol voorstellingen die ofwel religieus zijn, of te maken hebben met de geschiedenis van Milaan.
Toen de Dom klaar was, kon men eigenlijk alweer direct aan de restauratie beginnen. Materiaal was inmiddels verouderd en de omstandigheden rondom de Dom deden het bouwwerk geen goed. Het verkeer, de luchtvervuiling, de metro. Vanaf 1969 is het Domplein voor alle verkeer afgesloten.
Kastanjes
Als ik de Dom achter me laat en de winkelstraat inloop, ruik ik onmiddellijk de zoete lucht van tamme kastanjes, voor mij de geur die hoort bij winters Italië. In de winkelgalerij staan stalletjes waar tamme kastanjes worden geroosterd. Je kunt er een puntzak vol van kopen.
Ik koop ze niet want ik wil uitgebreid gaan genieten van de zondagslunch. Al een paar dagen ben ik op zoek naar een trattoria waar ik vijf jaar geleden ook gegeten heb. Ik voelde me toen, door persoonlijke omstandigheden, niet best maar de eigenares van trattoria ‘Da Ilia’ was toen zo aardig, dat ik me even getroost voelde.
Trattoria ‘Da Ilia’
En vandaag vind ik ‘m! Als ik binnenkom, staat er een batterij jonge en oudere obers bij elkaar. Ik vertel terloops aan één van hen dat ik hier vijf jaar geleden ook ben geweest. Hij roept meteen naar een man in koks-tenue, die in de open keuken staat: “Deze mevrouw is hier vijf jaar geleden ook geweest!”
Dan komt de eigenares binnen. Een oudere, verzorgde vrouw. De man in de keuken wijst naar mij en roept naar haar: “Die mevrouw is hier vijf jaar geleden ook geweest!” Ik begin het bijna genant te vinden.
Maar de vrouw stapt meteen naar me toe en geeft me een hand alsof ik één van haar trouwste klanten ben. Ik vertel haar iets over de omstandigheden van toen en dat ik haar niet vergeten ben omdat ze toen zo hartelijk voor me was.
Ze is blij verrast. Als ik even later zit te eten, komt ze steeds naar me toe om te vragen of ik het wel naar m’n zin heb en of ik misschien nog niets nodig heb. Het is ergens ook wel een beetje komisch, ik was hier per slot van rekening maar één keer, maar het is ook lief.
Ondertussen komen de stamgasten uit de buurt binnen. Het lijkt wel alsof ik naar een doorlopende voorstelling zit te kijken. Complete families lopen langs m’n tafeltje, oma’s vallen neer in hun stoel, kinderen kwebbelen erop los, de mannen blijven nog even staan praten. De obers lopen met menukaarten op en neer en rijden karren vol ossobucco alla milanese de zaak door.
Lift
Ondertussen droom ik nog even weg over de Dom. Het is jammer dat ik niet met de lift naar het dakterras bovenin ben gegaan. Het moet een spectaculair gezicht zijn om de beelden en de pinnakels van zo dichtbij te zien. Maar ik ben claustrofobisch, ik ben bang voor nauwe trappen en volle liften. Binnen twee jaar komt er een glazen lift aan de buitenkant, misschien dat ik het dan wel durf…
Milaan