Naar Italië.
Kun je je iets heerlijkers voorstellen? Nee, natuurlijk. Maar waarom gaan zoveel mensen altijd naar dezelfde plaatsen? Natuurlijk is Toscane prachtig en is Rome adembenemend. Maar Italië heeft nog zoveel meer te bieden. Daar wil ik u, met deze website, graag op wijzen. Op de minder bekende plekken in Italië, waar je als Italië-liefhebber beslist geweest moet zijn. En wie ben ik?
Ik ben Ineke Spoorenberg, afgestudeerd in Italiaans en jarenlang redacteur bij het NOS-journaal (specialisatie Italië).
Ik toer mijn hele leven al in een oud autootje rond in Italië en heb op mijn reizen veel van het land gezien. Een paar jaar geleden heb ik de afstand Bussum-Rome zelfs te voet afgelegd. Dan krijg je Italië weer van een heel andere kant te zien. Ik zou zeggen: houd deze website in de gaten, raadpleeg hem als u binnenkort naar het zuiden afzakt. MISSCHIEN BRENG IK U OP EEN IDEE.
Iedere maandag een nieuw verhaal!



P E S C O C O S T A N Z O
Zomer 2013
Pescocostanzo blijkt een bergstadje, op 1400 meter hoogte in het Majella-gebergte. Ik weet dat ik er een aardig eindje voor moet rijden, maar dat ik echt de bergen in moet en een pas over, dat komt toch een beetje als een verrassing.
Ik vertrek vroeg vanaf mijn hotel in Manopello.
Ik ben zeker anderhalf uur onderweg als ik eindelijk de beroemde hoogvlaktes in het zicht krijg. De altipiani in dit deel van de Abruzzen liggen tussen de bergtoppen in en ze zijn vermaard om hun gekleurde bloemenvelden. Nu in de zomer grazen er ook schapen, koeien en geiten.
De hoogvlaktes liggen tussen de plaatsen Rivisondoli, Roccaraso en Pescocostanzo in, die samen een vermaard ski-gebied vormen.

Wintersport
Als ik Pescocostanzo nader, wordt het me al gauw duidelijk dat het hier met de accommodatie wel goed zit. Vooral aan het begin van het stadje zijn veel hotels en andere toeristische voorzieningen waaruit blijkt dat veel Italianen hier in de winter komen skieën. Maar het is nu lekker rustig in Pescocostanzo en op het parkeerterrein vooraan in het dorp is nog volop plek.
Eerst koffie. Ik loop een klein café binnen en vraag de eigenaar, als ik m’n cappuccino sta op te drinken, of hier wel altijd sneeuw ligt in de winter. Hij reageert met een gebaar dat zoiets uitdrukt als – wat een vraag! – en dan:
“Mevrouw in de winter ligt de sneeuw hier zo hoog” en hij wijst zeker een meter sneeuw aan.
Ook de vele sneeuwlandschappen op de ansichtkaarten in de winkels laten er geen twijfel over bestaan. Het is hier sneeuwzeker.

Kunstdorp
Pescocostanza is een plaats van maar 1500 inwoners, maar het wordt beschouwd als het rijkste kunstdorp van de Abruzzen. Het centrum staat vol romaanse en barokke gebouwen. De ontwikkeling van het dorp tot een cultureel en artistiek centrum voltrok zich tussen 1400 en 1700. Daarom zijn de paleizen en kerken gebouwd in renaissance- of in barokstijl.
Er zijn een aantal omstandigheden die aan de culturele bloei van Pescocostanzo hebben bijgedragen. Zo ligt het vlakbij de Via degli Abruzzi, de verbindingsweg tussen Noord- en Zuid-Italië, waar vanaf de middeleeuwen veel handelaren langs trokken.

Schapen
Daarnaast is deze streek van oudsher een gebied waar grote families van schapenfokkers leefden. Ze waren eigenaars van de enorme kuddes die tussen Apulië en de Abruzzen graasden. Ze verdienden veel geld aan hun schapen en lieten grote herenhuizen, paleizen en kerken bouwen. Dat trok weer kunstenaars en ambachtslieden uit andere delen van Italië aan.
Vooral vanuit Lombardije kwamen metselaars, stukadoors, goud- en ijzersmeden, schilders, marmerhouwers en houtbewerkers.

Monument
“Heb je de kerk al gezien ?” vraagt de barkeeper. Nee, ik heb nog niets gezien. Alleen de tv die hier in deze kroeg alle aandacht opzuigt. Ik loop meteen naar de kerk, de Santa Maria del Colle. Het is het belangrijkste monument van Pescocostanzo. Het voorportaal is romaans en ervoor ligt een brede wit marmeren trap, die de voorgevel extra mooi doet uitkomen. Ik begin de trap te beklimmen.

Doden
Dan zie ik halverwege rechts een ander kerkje, de S.M. del Suffragio dei Morti. Als ik er niet in kan, spreek ik een mevrouw onderaan de trap aan. Ze vertelt dat in dit kerkje alle doden van Pescocostanzo worden opgebaard. “De doden staan eerst enkele dagen daar en worden dan voor hun begrafenis naar de grote kerk overgebracht.“ Het blijkt een oud gebruik, ik snap nu waarom het kerkje dicht is.

Santa Maria del Colle
Ik loop naar boven naar de Santa Maria del Colle. De kerk is na een aardbeving in 1456 herbouwd. Hoewel de architectuur binnen laat romaans/renaissancistisch is, is de eerste indruk bij binnenkomst toch: een barokke kerk. De barokke elementen overheersen, zoals het altaar dat is ontworpen door de grote barokkunstenaar Cosimo Fanzago. Ook de grote bronzen adelaars op het wijwaterbassin bij binnenkomst vallen op . Prachtige is het houtsnijwerk aan het plafond dat mooi afsteekt tegen het vele verguldsel. Er staat ook een indrukwekkend altaarstuk, het is van Tanzio da Varallo.

Historisch Centrum
Na de kerk maak ik een wandeling door het historische centrum. Het is apart, enerzijds is het een echt bergstadje, anderzijds zie ik paleizen, de typische huizenrijen met ‘vignale’, fonteinen, kerken, herenhuizen met ornamenten.
De kerk van Gesù en Maria heeft ook een altaar van barok-architect: Cosimo Fanzago, ook het klooster van Santa Scolastica op de Piazza Municipio is door hem ontworpen.
Zelfs het plaveisel met zijn geometrische vormen ziet er artistiek uit. Ze hebben hier niet zomaar wat stoeptegels neergeknald.

Politicus Abruzzese
Aan kleine terrasjes ontbreekt het hier gelukkig niet en na al die cultuur kan ik wel weer een versnapering gebruiken.
Als ik naar binnen loop, om te gaan bestellen, zie ik dat ook hier weer een tv aanstaat. Ik kijk recht in het gezicht van een bekend politicus die in een programma te gast is.
“Dààr hadden jullie op moeten stemmen” zeg ik tegen de barkeeper, “en niet op Berlusconi.” “Die idioot daar” zegt ie “die komt hier 35 kilometer verderop vandaan, dus die kennen we goed. Sinds hij in het parlement zit, heeft ie alleen maar z’n zakken gevuld. Hij heeft ik weet niet hoeveel appartementen. Hij is geen haar beter dan die andere politici.” Ik stiefel maar gauw naar het terras.

Ambachten
Het oude handwerk staat hier hoog aangeschreven. De Lombardische ambachtslieden die hier zo’n 500 jaar geleden kwamen wonen, introduceerden diverse ambachten die hier toen nog niet bekend waren. Ze hebben een kunstzinnige stempel op Pescocostanzo gedrukt. Overal kom je hun produkten van de eeuwenoud vakmanschap tegen.
Zo valt me het vele mooie smeedijzeren hekwerk in het dorp op. En de kleine winkeltjes waarin goudsmeden nog steeds hun fijne gouden sieraden van filigraan (dun gouden draad) maken. Veel gebouwen zijn aan de buitenkant met marmeren decoraties getooid. Hiervoor mogen de steenhouwers, halve beeldhouwers, tekenen.

Museum
In Palazzo Fanzago is een museum waarin al die oude ambachten de aandacht krijgen die ze verdienen. Naast het goud en smeedijzer, is hier ook aandacht voor onder meer houtbewerking, het met de hand knopen van kleden, marmer bewerken, leer bewerken, kantklossen.
Aan de produkten van al deze handwerkers kun je ook zien dat Pescocostanzo een sterke band met de natuur heeft. Overal zie je figuren uit de flora en fauna uit de omgeving terugkomen. Denk aan de bronzen adelaars in de Santa Maria del Valle.
Want dat Pescocostanzo de laatste jaren een trekpleister voor toeristen is geworden, is niet alleen te danken aan de goede wintersportmogelijkheden, of aan het historische centrum, maar ook aan de schitterende natuur die de plaats omringt, en die echte buitenmensen lokt.

Natuur
Neem het bos van Sant’Antonio, dat vlakbij Pescocostanzo ligt. Het is één van de mooiste beukenbossen van de Abruzzen. Het bos is door de eeuwen heen ongerept gebleven omdat het als heilig beschouwd wordt en er een kapverbod geldt.
Er staan grillig gevormde spookachtige bomen, waarvan vele eeuwen oud zijn. Ook vind je er esdoorns, wilde perenbomen, taxusbomen, moseiken en kersenbomen. De mooiste bloemen groeien hier, flora die wij vaak alleen uit de tuin kennen, vind je hier zomaar in het wild, zoals anemonen, primula’s, cyclaam.
Tussen al dat moois, dat bovendien bescherming geniet, voelen de dieren zich ook op hun gemak en die leven hier dan ook in groten getale, van onschuldige hazen tot buizerds, adelaars, wolven en gemzen.

Toerisme
In de winter valt hier dus een dik pak sneeuw. Ik kan me voorstellen dat het dorp er dan sprookjesachtig uitziet. Magisch, alsof de tijd is stilgezet. Vlakbij het centrum is de Monte Calvario. In tegenstelling tot die andere Calvarieberg markeert dèze het begin van veel plezier. Vanaf hier zijn mooie afdalingen mogelijk en tussen het bos van Sant’ Antonio en de eronder liggende vlakte is één van de mooiste skipistes van de Abruzzen te vinden.

Zomertoerisme
Zoals ik al eerder zei, is Pescocostanzo zeker niet alleen een wintersportplaats. Het bos van Sant’ Antonio is met zijn gevariëerde en vaak zeldzame vegetatie juist in de zomer de moeite van een bezoek waard. Je kunt hier wandelen, fietsen op de mountainbike, paardrijden. Ook wordt er gedaan aan paragliding.

Ik ga bijtijds terug naar Manopello. Onderweg spring ik nog een paar keer uit de auto in een poging een mooie foto te maken. Rivisondoli, vlakbij Pescocostanzo, ligt schilderachtig tegen een berg. Ik klik, maar ben maar matig tevreden over het resultaat. Nee, je moet het echt zelf gaan zien.


Image 1Pescocostanzo