C A M P O B A S S O
Zomer 2013
De Corso Bucci in Campobasso. Het is vrijdagochtend en er is markt. Vrouwen lopen met boodschappentassen de marktkramen af. Oude mannen hangen rond op bankjes of staan in groepjes bij elkaar. Er is veel volk op straat, auto’s toeteren en wurmen zich door het centrum.
Campobasso is de hoofdstad van de regio Molise, een streek die bekend staat als één van de minst welvarende van Italië. Ik bereid me dan ook voor op een armoedige afgebladderde stad, rommelig en vies. Maar dat valt alles mee.
De tocht naar Campobasso toe, door het landschap van Molise, is op zich een feest.
De weg loopt door een ongerept glooiend landschap. Links en rechts zie ik stadjes op heuveltoppen liggen.
Fleurig
Aan de buitenkant van Campobasso doemen nieuwe flatwijken op maar die zien er niet grauw, maar nieuw en fleurig geverfd uit. Op goed geluk rijd ik naar het oude centrum, er staan niet veel borden die de richting aangeven.
Uiteindelijk, na vragen, kom ik in het uiterst rommelige centrum terecht. Parkeren kost weinig, dus dat is dan weer een voordeel.
Ik zie voornamelijk 19e eeuwse gebouwen, nieuwbouw, parkjes en pleinen en daartussendoor slingert zich een guirlande van marktkramen.
Politiek
Om een beetje sfeer op te snuiven wandel ik langs de kramen. Als ik ergens een politiek commentator uit een radiootje hoor kakelen, blijf ik even staan luisteren.
Na enkele minuten draait de marktkoopman van de stal de zender weg. “Mevrouw ik kan het niet meer aanhoren, het spijt me” en hij zet een andere zender op, met muziek.
Het is druk, de zon schijnt en ik ga op onderzoek uit. Om de hoek zie ik een pas geverfd roze monumentaal gebouw, het gemeentehuis. Ik maak er een foto van. Dan loop ik door naar de kathedraal, wit met pilaren, eerlijk gezegd vind ik het een vrij lelijk gebouw. De oorspronkelijke kathedraal stortte in 1805 bij een aardbeving in waarna de nieuwe kerk deze neoclassicistische facade kreeg. Pal daarnaast staat het donkerrood geschilderde theater.
Città murattiana
Ik ga op het terras van het trendy theatercafé zitten om een cappuccino te drinken. Als ik daar de stadsplattegrond bestudeer, zie ik dat ik nu inderdaad in het oude centrum ben, de ‘città murattiana’, de ooit ommuurde oude stad.
Een belangrijke weg in het historische centrum is de Via Chiarizia. Het is één lange trap met brede treden die naar boven voert, naar het kasteel Monforte waar de alleroudste wortels van Campobasso liggen.
Samnieten
Drieduizend jaar geleden leefden in deze streek het volk van de Samnieten. Op de top van de heuvel moet ooit een Samnitisch fort gelegen hebben. De eerste bewoners streken op de hellingen daaronder neer: het ‘campo basso’.
Ik ga op weg naar Monforte en begin aan de klim van de Via Chiarizia.
Als ik het nieuwe Samnitische museum passeer, ga ik daar naar binnen.
Het geeft aardige informatie over de schimmige geschiedenis van het Italiaanse schiereiland voordat de Romeinen aan de macht kwamen.
Etnische zuivering
Waarschijnlijk stammen de Samnieten af van de Sabijnen uit Lazio. Toen ze tegen de Romeinse dictator Sulla in opstand kwamen in het jaar 82 voor Christus liet hij een etnische zuivering op ze uitvoeren, die heel goed is gelukt, want daarna duiken de Samnieten nergens meer in de geschiedenisboekjes op.
Kerken
Na het bezoek aan het museum loop ik weer verder over de monumentale trap omhoog. Vanaf het beginpunt van de Via Chiarizia tot aan kasteel Monforte, waar de trap heen leidt, liggen er vier kerken op de route.
Helemaal aan het begin de San Leonardo kerk, een klein eenvoudig kerkje met Romaanse en Gotische elementen. Het tweede kerkje is de San Bartolomeo, een Romaanse kerk uit de 11e eeuw. De oudste kerk is de San Giorgio, kerk nummer drie op de weg naar boven. Hij is rondom het jaar 1000 over de ruïnes van een oude tempel heengebouwd.
Kasteel Monforte
Helemaal bovenaan, naast het kasteel, staat de kerk van de Madonna del Monte, ook uit de 11e eeuw. Ook deze kerk ziet er aan de buitenkant heel eenvoudig uit. Het laatste stuk gaat over een pad vol pijnbomen. Het kasteel is imposant. Het werd in 1130 gebouwd op een Samnitisch fort.
Helaas is het kasteel, op één zaal na, niet toegankelijk. In die ene zaal worden de slachtoffers van beide wereldoorlogen herdacht met plaquettes en kransen.
Canadezen
In oktober en november 1943 is in Campobasso hard gevochten tussen het Duitse en het Canadese leger. Er waren veel slachtoffers, ook onder de burgerbevolking.
De Canadezen wisten de Duitsers te verjagen en bleven tot het eind van de oorlog in de stad. Ze wisten de sfeer er zo te beïnvloeden dat Campobasso de bijnaam ‘Canada Town’ of ‘Maple Leaf City’ kreeg.
Vakantiegangers
Inmiddels ben ik in het gezelschap van twee Italiaanse echtparen. Ze komen uit Vicenza en zijn op vakantie in eigen land. Italianen reizen wel meer dan vroeger, maar het gros blijft toch liever in het ‘bel paese’.
Ze vinden het jammer voor mij dat ik het kasteel niet in kan. Om dat een beetje te compenseren koopt één van de heren een affiche voor mij in het winkeltje van het kasteel.
Er staat veel informatie op over de oude kastelen in de omgeving van Campobasso.
Er moeten er nog veel meer te zijn en als buitenlandse moet ik natuurlijk wel al hun kunstschatten zien.
Na deze aardige geste nemen we afscheid van elkaar, zij gaan naar Gargano en ik naar m’n hotel in het binnenland van Molise.
Puur
Aan het eind van de dag beslis ik voor mezelf dat ik Campobasso puur vind. Het is er levendig, het bruist, het is vooral echt Italiaans. Je kunt goed zien dat de autoriteiten de stad flink laten opknappen. Behalve de vele pas geverfde gebouwen, vielen me ook de vele restauraties op, vooral langs de Via Chiarizia.
Borden
Waar ze nog wel wat aan moeten doen, is aan de richtingsborden. Opnieuw verdwaal ik. Ik ben twintig minuten bezig voordat ik de uitvalsweg naar Termoli gevonden heb. Tot twee maal toe moet ik op dezelfde weg keren, pas als ik de citroengele flats in de buitenwijken weer in het oog krijg, weet ik dat ik goed zit.
Campobasso