Naar Italië.
Kun je je iets heerlijkers voorstellen? Nee, natuurlijk. Maar waarom gaan zoveel mensen altijd naar dezelfde plaatsen? Natuurlijk is Toscane prachtig en is Rome adembenemend. Maar Italië heeft nog zoveel meer te bieden. Daar wil ik u, met deze website, graag op wijzen. Op de minder bekende plekken in Italië, waar je als Italië-liefhebber beslist geweest moet zijn. En wie ben ik?
Ik ben Ineke Spoorenberg, afgestudeerd in Italiaans en jarenlang redacteur bij het NOS-journaal (specialisatie Italië).
Ik toer mijn hele leven al in een oud autootje rond in Italië en heb op mijn reizen veel van het land gezien. Een paar jaar geleden heb ik de afstand Bussum-Rome zelfs te voet afgelegd. Dan krijg je Italië weer van een heel andere kant te zien. Ik zou zeggen: houd deze website in de gaten, raadpleeg hem als u binnenkort naar het zuiden afzakt. MISSCHIEN BRENG IK U OP EEN IDEE.
Iedere maandag een nieuw verhaal!



M O N T E C I L F O N E
Zomer 2013
Het uitzicht is spectaculair. Ik ben net aangekomen in Masseria Grande in het dorp Montecilfone in Molise. Even later sta ik op het terras van het hotel en kijk uit over de hele vallei. De masseria ligt hoog op een heuvel en rondom ontrolt zich een landschap van bruine tot okergele berghellingen, waarop vierkanten lappen graanvelden, zonnebloemen, druivenstokken.

Masseria
Een aardige zestiger stapt op me af. Elio Moccia, hij is de eigenaar van de masseria. Hij vertelt me dat een masseria een versterkte boerderij is. Die zie je hier in Zuid-Italië veel, soms zijn het halve kastelen. De boeren versterkten hun boerderijen omdat ze hier vroeger hun leven niet zeker waren door overvallen door bendes bandieten.
Later bij het apératief aan het zwembad vertelt Elio mij en de Nederlandse Bob en Karin over de geschiedenis van de plek. De masseria was ooit het boerenbedrijf van zijn ouders. Hij heeft goede herinneringen aan zijn jeugd: “In de oogsttijd logeerden hier 60 tot 70 landarbeiders uit de omgeving die de hele dag op het land werkten om de oogst bijtijds binnen te halen.“

Novecento
Terwijl we aan zijn lippen hangen, vervolgt hij:
“ ’s Avonds aten we met z’n allen aan lange tafels buiten op het erf en dan werd er muziek gemaakt. Iemand speelde gitaar, of accordeon, dan zongen we tot bedtijd.” Ik zie visioenen voor me uit Italiaanse films
als ‘Novecento’.

Carrière
Elio vertelt in perfect Engels over zijn fascinerende leven.
Al vroeg wist hij dat hij absoluut niet in de voetsporen van zijn vader wilde treden. “Hij wilde het liefst dat ik naar de landbouwschool ging, maar ik wilde heel wat anders. Weg, de wijde wereld in.” Hij ging zijn zus achterna naar Milaan en ging daar economie studeren.
Hij kwam terecht bij het verzekeringsbedrijf Generali waar hij een fantastische carrière maakte. Een groot deel van zijn leven woonde hij met zijn vrouw, Maria, ook afkomstig uit Zuid-Italië, in Triëste en in Brussel. Maria leerde hij in Milaan kennen, waar ze politicologie studeerde.

Paradijs
De ommekeer kwam toen Elio’s vader ziek werd en dood ging. Hij kocht delen van het bedrijf van zijn broers en zusters over zodat hij alles in handen had en zette er toen een architect op die de boerderij verbouwde tot het paradijs dat het nu is.
Met een zwembad, comfortabele kamers, een bibliotheek in de voormalige paardenstal, een restaurant, een parkeerterrein. Direct om het complex heen werd een schitterende tuin aangelegd vol bloemen en fruitbomen. Daaromheen ligt het boerenland waar Elio druiven verbouwt, olijfolie betrekt uit de olijfbomen, vruchten, graan en noem maar op.

Stadsleven
Op een avond als ik zit te eten, staat Elio opeens naast me en vraagt me of ik na het eten een borreltje met hem en zijn vrouw wil komen drinken. Tot laat zitten we aan het zwembad. Maria heeft mierzoete cocktails gemaakt die ik met hele kleine slokjes opdrink.
Ze vertelt dat ze een half jaar op de Masseria wonen, maar dat ze de winter doorbrengen ze in hun appartement in Brussel, waar ook al hun vrienden wonen. “Dan leiden we een stadsleven” vertelt ze. “We gaan naar theater, we bezoeken onze vrienden en we zien onze zoons meer.” In de zomer zetten ze zich met hart en ziel in voor het hotel.

Horren
Mijn kamer is aan de voorkant en als ik op mijn bed lig kan ik door de openslaande deuren van het balkon over het hele landschap uitkijken. Geen bebouwing, geen auto’s, ik hoor ’s avonds alleen de krekels tekeer gaan. Elio en Maria hebben voor alle ramen en deuren horren laten installeren dus je kunt gewoon een boek lezen zonder lek gestoken te worden door de muggen.
Ik eet ’s avonds met Bob en Karen op het terras van het restaurant. Bob komt ook uit de verzekeringswereld en kent Elio en Maria al jaren. Hij vertelt dat Elio nog tot twee jaar geleden deel uitmaakte van de Raad van Bestuur van Generali. Maria begeleidde hier de verbouwing.

Restaurant
Het terras van het restaurant biedt uitzicht op de tuin en de heuvels. Er is een menu en daarnaast een kaart waaruit je kunt kiezen. Ik vind het allemaal even lekker en de bediening is heel persoonlijk. Pardo en Arianna, een jong stel, pas getrouwd, runnen het restaurant.
’s Morgens wordt hier ook een uitgebreid buffetontbijt geserveerd. Terwijl Arianne een pot verse koffie voor me neerzet, snuif ik de heerlijk geuren van de tuin op en geniet ik van de zomerochtend.

Vos
Iedere avond tijdens het eten komt er een vos bij de tafels bedelen. Als Elio hem op een avond wegjaagt, kom er even later een klein moedervosje met een jong aan de keukendeur. Tja, wat moet je dan? Er worden gauw wat etensresten naar het vosje toegeworpen dat met haar bek vol wegdartelt.
Op een ochtend ziet een hotelgast een wild zwijn tussen de zonnebloemen scharrelen. Het kan hier allemaal, want we zitten dichtbij het natuurpark van de Abruzzen waar wolven, beren, zwijnen, dassen en nog veel meer beesten rondlopen en die kunnen wel eens uit de koers raken.

Vrienden van Molise
Het gebied is inmiddels ook door de Nederlanders ontdekt, vertelt Elio. Er zijn zo’n twintig families die hier inmiddels een tweede huis hebben gekocht. Ze hebben zich verenigd in een club die Vrienden van Molise heet. Velen van hen kochten een stuk grond en lieten een, bij Elio bekende, architect een huis ontwerpen. Het bleek stukken goedkoper dan in Toscane of Umbrië.

Tratturi
Elio en Maria denken er inmiddels ook over om wandel- en fietsparcoursen te gaan uitzetten. Volgens Maria lenen de ‘tratturi’ zich hier heel goed voor. Al eeuwenlang voeren de herders hun schaapskuddes via bepaalde trajecten door de bergen. Daardoor zijn op die plaatsen paden ontstaan.
Vooral Nederlanders, Belgen en Duitsers wandelen en fietsen graag, is Maria opgevallen. “We gaan parcoursen uitzetten, waarbij je van hotel naar hotel kunt fietsen of lopen en dat wij je bagage dan nabrengen.”

Stadjes
Met name in het voorjaar, als het nog niet zo warm is en de natuur hier op zijn mooist is, moet dat wel een hele mooie vakantiebesteding zijn. “Ook vanaf half september” zegt Maria.
Kenmerkend voor het landschap in de omgeving van Masseria Grande zijn de schilderachtige stadjes op de heuveltoppen. Ik noem er een paar: Larino , Morrone del Sannio, Provvidenti, Casacalenda. Vaak herbergen ze beeldschone middeleeuwse kerkjes en andere historisch interessante gebouwen. Het lijkt mij geweldig om in de lente door dit landschap te lopen, van stadje naar stadje.

Meer
Maar nu toer ik overdag in mijn autootje rond. Dichtbij de masseria in een volledig ongerepte streek ligt het kunstmatige meer van Guardialfiera. Het is een langwerpig meer, kilometers lang en het schittert felblauw in het heuvellandschap. De provinciale weg gaat in de lengte door het meer op peilers van beton. Ik vind het een bijzondere ervaring om eroverheen te rijden.

Traminer
De laatste avond vraagt Elio of hij met mij en Bob en Karin mee mag eten, Maria voelt zich niet lekker. Hij komt met een koeler aanzetten met een fles witte wijn erin. Hij vertelt trots dat hij samen met degene die zich met zijn wijngaard bemoeit, bezig is een nieuwe traminer te ontwikkelen. En wij moet proeven. Het is een verrukkelijke wijn, we proeven maar door.
Als ik vraag wanneer hij en Maria weer terugkeren naar hun appartement in Brussel, haalt hij zijn schouders op. “We krijgen hier dadelijk eerst de oogsten. De wijnoogst, de olijven, we maken onze eigen olijfolie.” Terwijl hij over het land en zijn opbrengst praat, schitteren zijn ogen.
De man-van-de-wereld Elio Moccia, de voormalige CEO, voelt zich nog altijd diep verbonden met deze grond. Naar eigen zeggen struint hij het liefst met zijn helpers door de wijngaard en de akkers. Als jongen wilde hij zich hier niet begraven, maar diep in zijn hart is hij misschien wel altijd een boer uit de Molise gebleven. Brussel moet nog even op hem wachten.


Image 1Montecilfone