Juli 2016
Reisverslag van Albert Bek
Ja, dan zijn we toch weer terug, Ineke!
En je hebt werkelijk geen woord te veel gezegd, hoor. Over Turijn. We zijn in de vijf dagen dat we er waren gewoonweg niet eens meer aan de (ongetwijfeld zeer) mooie omgeving toegekomen.
De verste uithoek die we bezochten, was de Basilica di Superga. Met een tandrad-treintje naar de top van de heuvel waar zo'n beetje alle gekroonde en ongekroonde hoofden uit het Huis van Savoye in de crypte liggen opgeslagen.
Prachtig uitzicht over het Po dal en de stad. Bovendien is de rit naar boven en beneden ook al een traktatie. Wij hadden vroeger in Rotjeknor ook van die trams met balkonnetjes en houten latjes op de vloer, met leren lussen om je vast te grijpen als het bochtig werd. En 'Niet Spuwen' op een bordje. Mijn Italiaans was nèt toereikend om het te herkennen, net zo goed als dat je tijdens de rit niet naar buiten mag leunen. Dat laat je ook wel uit je hoofd, want naast steile afgronden kom je ook giftige berenklauwen tegen, vlak langs het spoor. Die bij aanraking gemene brandvlekken achterlaten.
In de stad zelf, die ik voor het gemak ook hier maar even met Rotterdam vergelijk: doorleefd, maar niet uitgewoond en gonzend van bedrijvigheid, verplaatsten we ons met een driedaags tram-, bus- en metro-abonnement. Alles is weliswaar sleets, de trams hebben nog stoeltjes die zó het design museum in kunnen. En de bestuurders maken er een sport van om zoveel mogelijk passagiers te laten kantelen: bij elke halte (en dat zijn er nogal wat) gaan ze vol in de ABS. De deuren gaan vervolgens met een hydraulische mini ontploffing open en sluiten zich dito. Maar je zit wel met de reizende Turijners. Met fijne boodschappen, krijsende kinderen of verzonken in eindeloze Facebook gesprekken op de mobieltjes.
Ons appartement lag aan één van de doorgaande wegen van de stad. De Corso Regina Margherita, midden in een levendige volkswijk. De Romeinen hebben de stad volgens strakke patronen aangelegd en Napoleon heeft het verder vervolmaakt, je moet erg je best doen om te verdwalen. Bovendien was het behoorlijk warm, maar dan is er nog altijd 18 kilometer aan collonades waaronder je heerlijk in de schaduw langs alle winkels, boekenstalletjes en terrasjes struint.
Met op elke Via een eigen specialiteit: qua sjieke winkels, waar een sandaal als snel €1495,- kost. Per stuk hè? En dat met droge ogen! Maar ook arcades met design of boekenstalletjes of met van die ouderwetse comestibel winkels. Daar verkopen ze nog gewoon ganzenlever of spreeuwentongetjes in truffelgelei... Ik noem de Via Roma, - Niza, -Po, -Garibaldi en ga zo maar door, elk met een eigen karakter èn winkelpubliek.
We hebben trouwens ook een stuk langs de oevers van de Po gewandeld; daar kun je ook een rondvaart maken voor nog geen zes Euro. Verderop langs diezelfde oever ligt het Valentino Park, met twee historische panden die -net als vaker in deze stad- een oeroud bouwwerk voorzien van een neogotische of barokke voorzet-gevel. Dat park is voor ons (Gooische-)provincialen op zich al een belevenis: veel jonge mensen, muzikanten, vrijende stelletjes en oefenende jongleurs. Heel divers. Het Vondelpark, maar dan anders.
Ja en dan culinair is al even bijzonderlijk. Qua ijs, koffie in 3475 smaken. Wij proefden bij 'Baratti en Milano' (dal 1875) een speciaal mengsel van 50/50 ristretto en chocolade, ze noemden het capriccio. Sommige uitbaters noemen het bicerin, maar dan zit er ook slagroom op. Mmmmm. Met op proef een nipje van de allerlekkerste huisgrappa. En dan had je de chocolaterie van La Pharmacia op de Piazza Carignaro. IJs van toppie kwaliteit op elke Via die we bewandelden. Terrasjes en lunch adresjes te over en vrijwel overal redelijk geprijsd. Ook dat. Wij waren nogal gecharmeerd van een terrasje op de Piazza E.Filiberto, vlak bij de Piazza Republica. Rond vijf uur krijg je daar bij je borrel onder de bomen vanzelf allerlei hapjes aangeboden. Elke dag anders. Dineren deden we al even fijn bij Tre Galli (Via s.Agostino 25) een hippe tent met een heerlijk scala aan traditionele Piemenontese gerechten. Helaas grepen we om de hoek bij ons appartement net naast een tafeltje bij: Dù Cesari, Corso Regina Margherita 252b. En dan laat ik er ook nog een aantal achterwege.
Nogmaals hartelijk dank voor je tips Ineke, we gaan Turijn zeker nog eens bezoeken en we gaan dan ook naar het Filmmuseum en het anatomisch museum van Luigi Rolando en de oude Fiat fabriek met racedak, het Koninklijk Paleis en nog veel meer...
Dag hoor, nog een fijne zomer!
Albert